Hommage aan Bach
Madge en Vandewalle spelen tijdens het Pianoduo Festival Amsterdam werken van Feldman, Stravinsky en Busoni, allen componisten uit de 20e en 21e eeuw. Hoe breng je daarmee een hommage aan een 17e-eeuwse componist? “Dat is niet zo moeilijk”, aldus Geoffrey Madge. “Bach heeft een grote invloed gehad op componisten uit de 20e eeuw. Busoni stond in zijn tijd bijvoorbeeld bekend als een groot kenner van Bach en hij heeft veel bewerkingen gemaakt van Bachs muziek. Wij spelen tijdens het festival Fantasia Contrappuntistica, een van de meesterwerken van Busoni. Het is gebaseerd op Die Kunst der Fuge van Bach. Busoni heeft dit op een heel fantasierijke manier bewerkt.”
“Bach werd in de vroege 20e eeuw eigenlijk gezien als de oerbron van het componeren,” beaamt Daan. “Zo zie je ook in de muziek van Stravinsky duidelijke Bachinvloeden terug. Vanaf de jaren twintig begon Stravinsky met muziekvormen uit de 18e eeuw te experimenteren. Zoals veel kunstenaars in die tijd, koos hij voor een kubistische benadering; hij heeft de muziek als het ware opgeknipt in stukken, en deze weer als een collage aan elkaar geplakt.”
Invloed op pianisten en instrumenten
Het werk van Bach heeft niet alleen voor componisten een grote betekenis gehad. Ook veel pianisten hebben bewondering voor de beroemde componist. “Eigenlijk ben ik mijn hele leven al een liefhebber van Bach geweest. Ik speel zijn werk heel regelmatig,” zegt Geoffrey. “Je hoort in Bach zó veel aspecten van muzikale architectuur. Hij wist muziek op een meesterlijke manier op te bouwen. In zijn Goldbergvariaties kan een variatie in mineur zomaar voorafgaan aan een heel virtuoos stuk. Zulke bijzondere contrasten vind je in zijn gehele oeuvre terug.”
“Bach is voor pianisten het begin van alle pianostudies”, zegt Daan. “Hij zit in wezen in het DNA van elke pianist. Elke pianist heeft op jonge leeftijd wel uit het Notenbuchlein moeten spelen. Het is een belangrijk werk voor de ontwikkeling van het muzikale brein als het gaat om contrapunt, polyfone lijnen en de basis van de tonale harmonie.”
“Bach heeft ook een grote invloed gehad op de ontwikkeling van muziekinstrumenten”, weet Geoffrey. “Hij werd bijvoorbeeld regelmatig gevraagd om advies te geven over de bouw van orgels of de akoestiek van kerken. Daar wist hij ongelooflijk veel over. We weten ook dat hij eens een pianoforte heeft gehoord, en dat hij een duidelijke mening had over mogelijke verbeterpunten van het instrument. Waarschijnlijk zou hij gefascineerd zijn over het palet aan klankkleuren die de hedendaagse piano biedt. Als hij nu geleefd zou hebben, had hij die mogelijkheden ongetwijfeld ten volle benut.”
Feldman als katalysator
Two Pianos van Morton Feldman is wellicht een vreemde eend in de bijt tijdens het concert. “Feldman heeft niet echt een directe link met Bach”, geeft Daan toe. “Ik zie het meer als een interludium. Het werkt een beetje als een katalysator voor de oren van het publiek. Als je Feldman hebt gehoord, luister je anders naar wat daarna komt. Zijn muziek scherpt het oor op de individuele toon, de duur van de toon en hoe hij vervolgens weer verdwijnt. Eigenlijk is het precies het tegenovergestelde van popmuziek, waarbij je de ruimte vult met luide klank. Bij Feldman betrek je juist de stilte van de zaal in de muziek. Je speelt bijna voor jezelf en het publiek komt in feite naar je toe. Het is heel dankbaar om dit uit te voeren tijdens een concert.”
Two Pianos is een aleatorisch stuk; de noten liggen vast, maar de duur en het tempo niet. “Dat vergt een goed gevoel voor timing, nuance en klankkleur,” legt Geoffrey uit. “Je moet heel goed luisteren naar het geheel en naar elkaar. De twee pianopartijen kunnen elkaar beïnvloeden, maar dat gebeurt niet altijd. Je kunt het zien als een dialoog tussen twee mensen; de ene keer onderbouw je elkaars verhaal, de andere keer ben je het misschien niet met elkaar eens, en toch blijf je continu met elkaar in dialoog.”
Daan: “Het is een vorm van concentratie en elke klank is een klank op zich. Je speelt de volgende klank pas op het moment dat je een voorstelling hebt van hoe die klank moet klinken. Op die manier spelen we samen hetzelfde stuk, maar toch min of meer onafhankelijk van elkaar. Hoe dat samenkomt, is niet gespecifieerd. Theoretisch kan het zelfs zo zijn dat Geoffrey eerder stopt dan ik, en dat ik dan nog drie minuten doorga. Het werk van Feldman is niet heel bekend, dus hopelijk wordt het ook een ontdekking voor de mensen in de zaal.”
Bestel hier uw kaarten voor “Oud & Nieuw: Modern Masters” met Geoffrey Madge en Daan Vandewalle op zaterdag 12 oktober.